Werkwijze

Het herhalen van een icoonschildering.

Herhalen ligt in de aard van een icoon, zij wil immers een onveranderd portret zijn, van personen of van gebeurtenissen, zodat de gelovige beschouwer al van ver de icoon herkent. De vastgelegde vormen en lijnen van een icoon hebben sjablonen en priktekeningen als basis. Schilderboeken geven uitvoerige aanwijzingen over de manier van het herhalen van een icoonschildering. Het maken van een icoon wordt als een gewijde handeling gezien. Van de icoonschilder wordt verwacht dat hij zich daar innerlijk op voorbereidt. Hij moet zich ervan bewust zijn dat hij schildert vanuit een lange, oude traditie en dat hij gebonden is aan strakke voorschriften. Het gaat niet om zijn eigen creativiteit, hij treedt slechts op als tussenpersoon. Het schilderen van een icoon zou kunnen worden gezien als een herhaling van de schepping. De vaardigheden van de schilder zijn ondergeschikt aan de symboliek, de schepping is gebeurd vanuit het duister naar het licht, dat ziet u ook terug bij schilderen van een icoon, deze wordt geschilderd van donker naar licht.

Stap 1

Kies het voorbeeld en de grootte van de te schilderen icoon. Voordat er begonnen kan worden is er een plank nodig: vaak van lindehout, vrij van kwasten en noesten, 1,5 tot 2 cm dik. Lindehout is goed van structuur en gemakkelijk te bewerken, de grootte van de plank moet worden aangepast aan de nieuw te schilderen icoon. Meestal wordt de plank van een zgn. venster voorzien, zodat er een rand ontstaat. Deze kan verschillend van breedte zijn, het venster is een verdieping in het middelste gedeelte van de plank van ca. 2 á 3 mm. Aan de achterzijde worden keerlatten ingebracht om het kromtrekken van de plank tegen te gaan. Deze keerlatten zijn meestal van een andere, hardere houtsoort.

uitdiepen

stap_a5

Stap2

Nadat de plank op maat is gemaakt en het middelste gedeelte is uitgediept moet het geheel goed glad geschuurd worden. Het middelste gedeelte wordt dan ruitsgewijs met een scherpe priem ingekrast om de linnenlaag goed te laten hechten. Dit inkrassen is wel eens te zien op een oude icoon, die gedeeltelijk beschadigd is. Na het inkrassen wordt de plank weer gladgeschuurd. Dan wordt er een laagje verwarmde natuurlijke lijm aangebracht, bijvoorbeeld beenderlijm.

Stap 3

Nu wordt op de plank onbewerkt linnen aangebracht. Een passend stuk linnen wordt in de verwarmde vloeibare dierlijke lijm gedompeld. Nadat deze geheel met lijm is doordrenkt, wordt het linnen zorgvuldig over de plank gelegd en gladgestreken. Daarna moet de plank ca. 12 uur drogen, waarna het teveel aan linnen kan worden afgesneden. Het linnen moet helemaal strak en zonder rimpels op de plank opdrogen.

stap_3 Onbewerkt linnen aangebracht

Stap 4

Daarna moeten de verschillende lagen gesso worden opgebracht. Gesso is een pasteus mengsel van zeer fijn krijt met dierlijke lijm, dat laag voor laag wordt opgebracht. De eerste laag moet goed drogen voordat de tweede laag wordt opgebracht. Er komen ca. 8 tot 10 lagen op. Nadat de laatste laag is opgebracht moet het geheel met behulp van watervast fijn schuurpapier nat worden geschuurd en gepolijst, totdat deze ongeveer zo glad is als een eierschaal. Zonodig moeten er nog een paar lagen worden opgebracht omdat er verlies in de gesso lagen ontstaat door het schuren. Daarna goed laten drogen.

stap_4

Gesso aangebracht

Stap 5

Nu kan de tekening worden opgebracht. De afbeelding wordt meestal gekozen uit oude voorbeelden die te vinden zijn in voorbeeldboeken (zgn. Podlinniks), maar ook van oude iconen die worden nageschilderd. Transparant papier wordt over de te herhalen icoon gelegd, waarna de hoofdlijnen kunnen worden overgetrokken. Nadat dit heel precies is gedaan kan de onderzijde van de transparant met een contrasterende droge verfpoeder (bijvoorbeeld gebrande siena) worden bestreken. Dan wordt het transparant op de nieuwe, bewerkte plank gelegd en worden de hoofdlijnen doorgedrukt.

stap_5_nieuw

Tekening op de plank

Stap 6

Indien een deel van de icoon van bladgoud wordt voorzien, moet dit vóór het schilderen worden gedaan. Op de plaatsen waar het bladgoud moet komen, wordt Mixion à Dorer aangebracht, die met een rodebolus pigment is gekleurd. Het opgebrachte bladgoud krijgt hierdoor een warmere gloed. Nadat de kleefstof bijna droog is, wordt heel zorgvuldig het bladgoud opgebracht. Na het drogen wordt het teveel aan bladgoud voorzichtig met een zachte penseel verwijderd.

 stap_6Mixion à Dorer wordt gebruikt als hechtlaag

stap_7

 Bladgoud wordt op de hechtlaag aangebracht

Stap 7

Nu kan met het eigenlijke tempera schilderen worden begonnen. Er wordt gebruik gemaakt van natuurlijke materialen zoals pigmenten, eidooier en water. Het eigeel wordt bewerkt om samen met water en pigmenten als verf te kunnen worden gebruikt. Het gebruik van eigeel-emulsie, water en pigment wordt temperatechniek genoemd.

De volgorde van schilderen kan voor een ieder verschillend zijn. Maar meestal wordt begonnen met de basiskleuren aan te brengen. Dit gebeurt in verschillende lagen om een zekere transparantie en reliëf te kunnen bereiken. De kleuren beginnen in de donkerste tint en worden daarna in steeds lichtere of aangepaste tinten opgebracht, totdat de juiste kleur is verkregen; reliëf schilderen draagt bij tot een fraaier resultaat. Schaduwwerking en realistisch schilderen van figuren komen niet voor in de oude schilderingen. Het oplichten bestaat uit het aanbrengen van witte of okerwitte streepjes op bepaalde plaatsen in de schildering. Het gelaat, de handen en de voeten worden in inkarnaatkleuren geschilderd. De letteraanduiding van de icoon moet ook worden aangebracht volgens het voorbeeld. Er kan voor het verfraaien van kleding goud-assist gebruikt worden. Goud-assist is een mengsel van Arabische gom met stofgoud. Als de schildering klaar is, zal de randafwerking rond het venster nog moeten gebeuren. Dit kan onder andere worden gedaan met bladgoud, maar ook met temperaverf in een bepaalde kleur, eventueel met nog een extra versiering in de vorm van een fijne streepafwerking.

Stap 8

Nadat de schildering klaar is, moet de icoon geruime tijd drogen. Temperaverf heeft een langere tijd nodig om geheel watervast op te drogen, denk daarbij eerder in weken dan in dagen. Daarna kan de icoon nog worden voorzien van een zgn. vernislaag (Olifa). Hiervoor kunnen verschillende soorten vernis worden gebruikt, maar wel een vernis die op tempera toepasbaar is. Als afdeklaag kan b.v. schellak opgelost in alcohol worden toegepast. Als 2e mogelijkheid kan ook zuivere bijenwas opgelost in natuurlijke terpentijnolie worden gebruikt, er zijn overigens meerdere toepassingen. De icoon moet een redelijke tijd drogen in een afgesloten, stofvrije doos of iets dergelijks.

stap_8

Stap 9

Nadat de afdeklaag van de icoon na een aantal weken is uitgehard, is het gebruikelijk dat de icoon in een Oosters-orthodoxe kerk wordt ingewijd.